De Belgische bestuurder kent dan wel de grootste doodsoorzaken, dat wil niet zeggen dat risico gedrag niet meer voorkomt op onze wegen. Het percentage autobestuurders dat zegt minstens 1 keer per maand te snel te rijden blijft hoog. Dit zowel binnen de bebouwde kom (26%), buiten de bebouwde kom (33%) als op de op autosnelwegen (28%). Maar ook verschillende vormen van afleiding zoals het instellen van je navigatiesysteem tijdens het rijden (20%), mails of berichten lezen achter het stuur (10%), niet-handenvrij bellen (8%) of een foto nemen tijdens het rijden (7%) worden vaak toegegeven.
Het gebruik van drugs (6%) is zeer hoog. Voor het eerst werd ook bevraagd of bestuurders lachgas gebruikten. De omvang van dit nieuwe fenomeen is groter dan gedacht: 6% zegt maandelijks te rijden na het gebruik van lachgas.
Lachgas
Vooral bij jonge bestuurders is lachgas populair. 14% van de Belgische bestuurders tussen 18 en 34 jaar zegt maandelijks wel eens lachgas te inhaleren en vervolgens nog met de wagen te rijden. Bij de jonge mannelijke bestuurders is het probleem nog sprekender. 1 op de 5 jonge mannelijke bestuurders (20%) in Vlaanderen en maar liefst 1 op de 3 jonge mannelijke bestuurders in Brussel (34%) geeft toe maandelijks te rijden na het gebruik van lachgas.
We zien vergelijkbare trends bij het ‘gewone’ druggebruik achter het stuur. Vooral in een stedelijke context wordt er vaker onder invloed van drugs gereden in vergelijking met de landelijke gebieden.
Soort drugs
Bij de groep bestuurders die drugs gebruikten in het verkeer, bleken cocaïne (9%) en cannabis (24%) het meest gebruikt te worden. Het cannabisgebruik achter het stuur is mogelijk nog een onderschatting omdat sommige bestuurders dit niet als een ‘illegale’ drug beschouwen.